Fieke Gosselaar. Foto: David Vroom.

Al voetballend leerde Fieke Gosselaar (Finsterwolde, 1982) Gronings spreken. ‘Daar deed ik het gewoon’. Het Gronings schrijven kwam pas later. Als schrijfster oogst ze lof met haar (Nederlandstalige) romans, maar ook met haar Groningse gedichten en de wekelijkse column die ze had op RTV Noord. Hierdoor is ze een van de bekendste gezichten in de Groningse literatuur. Een gesprek met Fieke over drempels en ‘doen’.

Door: Hedwig Sekeres en Anna Pot

Gewoon doen
Thuis in Finsterwolde werd Nederlands gesproken. ‘In de klas spraken veel kinderen Gronings, en ook op voetbal hoorde ik het om me heen. Daarin had ik meer geluk dan mijn broer, die in een veel Nederlandstaliger klas terechtkwam en daardoor minder van het Gronings meekreeg’. Receptief krijg je toch wel heel veel mee. ‘Dat is iets wat we mensen meer bewust moeten maken: dat Gronings spreken lukt je heus wel.’ Bij Fieke was dat op voetbal. Daar stapte ze over de drempel heen en deed ze het gewoon. Misschien is het die instelling, gewoon doen, waardoor ze ook in haar schrijfwerk de stap maakte naar het Gronings.

Voorlezen
Fieke begon met schrijven in het Gronings nadat dichter Jan Glas haar een Nederlandstalig gedicht had horen voordragen over d’Olle Grieze. ‘Dat kon ik ook wel in het Gronings, zei Jan Glas’. En inderdaad, sindsdien gebruikt ze de streektaal voor gedichten en columns. Dichten in het Gronings vindt ze eigenlijk leuker, vanwege de mooie klanken en hoe het klinkt wanneer ze het voordraagt. ‘Ik vind het mooi om mensen te laten horen hoe mooi het Gronings kan zijn en klinken’.

Hedendaags
Gronings is voor veel mensen ook de taal van hun jeugd, en ze merkt dat mensen de streektaal op latere leeftijd weer herontdekken. Voor sommigen relateert de streektaal aan ‘vroeger’. Fieke probeert in haar gedichten en columns voor de radio juist het Gronings om hedendaagse thema’s te vangen. In haar columns verhaalt ze bijvoorbeeld vooral van haar dagelijkse beslommeringen. ‘Het moet een stuk herkenbaarheid oproepen, dat is belangrijk’.

Snoetjeknovveltje
Dat het Gronings een prettige voorleestaal is komt doordat het Gronings een vrij vloeiende taal is, denk Fieke. ‘Het Gronings is niet zo hard als mensen denken. Als ik wissel van het Gronings naar het Nederlands, voelt het Nederlands vaak veel harder’. Als ze een woord zou bijdragen aan de digitale en multimediale taaldatabase WoordWaark, zou dat snoetjeknovveltje zijn, omdat het zo lief en warm klinkt. Het Gronings is ook wel wat een tegenstelling. Naast dit hele warme, kun je het Gronings ook vrij ruw gebruiken, en dat is natuurlijk interessant voor een dichter-schrijver die speelt met taal en gevoel.

Toukomst
‘Het is belangrijk om mensen weer bewust te maken van de mogelijkheden die er zijn in de streektaal. Zelf wist ze niet dat ze in het Gronings kon schrijven omdat ze het niet van huis uit mee had gekregen. Pas nadat ze daarop gewezen werd realiseerde ze zich dat het kon. ‘Kijk bijvoorbeeld ook naar de Achterhoekse dichter Pim te Bokkel, die ook niet met de streektaal opgroeide maar er wel langzaam achter kwam dat hij er meer van wist dan hij dacht.’ Veel mensen gaan juist op latere leeftijd weer bezig met hun streektaal, ook omdat de taal veel te maken heeft met lokale identiteit: ‘het schrijven in het Gronings heeft mij meer Groninger gemaakt dan ik daarvoor was’, zegt Fieke zelf. Voor veel mensen is het volgens haar ook een herontdekking om weer met het Gronings bezig te gaan. Zo merken ze dat het Gronings soms veel meer voor hen betekent dan dat ze voorheen hadden vermoed.