Chris Kiel (Holte, bij Onstwedde, 1943) leerde, wat meer voorkomt, praten in het Gronings en lezen en schrijven in het Nederlands. Lang was het voor hem dan ook vanzelfsprekend, dat hij Gronings sprak als hij wat wilde zeggen, maar overschakelde naar het Nederlands als hij schreef én als hij iets te melden had over gewichtige zaken.
Groot (en aangenaam) was de verrassing toen zijn leraar Nederlands op de kweekschool in Emmen een prachtig Gronings verhaal voorlas: Duut van Goor, De eerste Grunneger. Je kon dus Gronings schrijven én het kon heel goed (én zeer geestig) over iets belangrijks gaan (De scheppingin dit geval!)
Ook kreeg hij tijdens de hoofdaktestudie de mogelijkheid om als onderdeel van het vak Nederlands een dialect onder de loep te nemen. Hij bestudeerde het Westerwolds, dat toen in Onstwedde nog vrij veel gesproken werd.
Dat onderzoekje diepte hij later nog eens uit tijdens de opleiding voor de akte Nederlands mo B, waardoor hij in contact kwam met Fokko Veldman, die met een proefschrift over dat Westerwolds bezig was. Diezelfde Veldman stond later met Hanny Diemer, Wim de Lange en Henk Scholte aan de wieg van grunneger tiedschrift KRÖDDE en vanzelfsprekend werd Kiel abonnee.
Als leraar Nederlands schreef hij wel eens toneelstukjes, liedjes, sonnetjes enz. bij allerlei schoolevenementen, maar hij publiceerde nooit. Toen echter Hanny Diemer in 2006 haar afscheid bij Krödde aankondigde, was dat voor hem de impuls om het verhaal Weerzain te schrijven en op te sturen. Het kreeg zo’n enthousiast onthaal, dat hij doorging met schrijven. Sedertdien stonden er verhalen van hem in Krödde en Toal en Taiken.
In december 2014 verscheen zijn verhalenbundel Weerzain als ‘begunstegersbouk’ (donateurscadeau) van de St. t Grunneger Bouk. Dit boek is bekroond met de Streektaalprijs van het Dagblad van het Noorden.
Zelfstandige publicaties
2014 Weerzain (Stichting t Grunneger Bouk)
Bijdragen aan publicaties
2016 Kört bestek – columns (Huis van de Groninger Cultuur)