Sinds het einde van vorig jaar zijn zes vrijwilligers bezig om Ter Laans (digitale) woordenboek te controleren en – waar nodig – corrigeren. Dit in het kader van WoordWaark, de interactieve, digitale en multimediale taaldatabank Gronings van het CGTC. Maar wie zijn deze deskundige WoordWaarkers? Wij stellen ze aan u voor. Deze week: Geesje Vos.
Geesje is opgegroeid in de Poldert, een gehucht met verspreid staande huizen en boerderijtjes een paar kilometer ten oosten van Vlagtwedde. Het waren gelukkige jaren in het klein gemengd bedrijf van haar ouders, die hard werkten. Ze hielp mee op het land met aardappels rooien, schoven binden en hooi keren. “Wat me vooral is bijgebleven, zijn de geuren. Het hooi, het stro, de aardappels, de bieten, het kruizemunt; alle gewassen hadden hun eigen, specifieke geur.” Geesje genoot altijd erg van het buiten zijn, maar ergerde zich af en toe aan de uitspraak van het Gronings om haar heen. “Als mijn opa bijvoorbeeld sukker, teller, mest zei en mijn vriendinnetje Inoa noemde in plaats van Ina, vond ik dat irritant.”
Waar komt de interesse in (de Groningse) taal vandaan?
“Als kind al hoor je dat mensen woorden anders uitspreken dan je ouders en jijzelf. Je bent dus al vroeg taalbewust. Bij ons thuis werd alleen Gronings gesproken, maar het Nederlands drong wel door tot de huiskamer via de radio met de landbouwberichten, via Paulus de Boskabouter en via de Winschoter Courant, waaruit mijn moeder mij altijd de avonturen van Kappie voorlas. Toen ik voor het eerst Nederlands moest spreken, in de eerste klas van de lagere school, wilde ik dat zo goed mogelijk doen.
De belangstelling voor het Gronings is pas later gekomen. Ik merkte dat het Gronings steeds minder gesproken werd en ik toch wel erg gehecht was aan mijn moedertaal. Tijdens mijn studie Semitische Talen heb ik als bijvak Nedersaksisch gekozen, wat een niet erg voor de hand liggende keuze was.”
Bestaat er zoiets als ‘het Gronings’?
“Ja, het Gronings dat zich onderscheidt van bijvoorbeeld het Fries, het Drents en het Nederlands. Maar binnen het Gronings heb je regionale verschillen: het Groninger taalgebied bestaat uit zes varianten. In die zin kun je niet spreken van ‘het’ Gronings.”
Houdt u van het Gronings?
“Ja.”
Wat is uw favoriete Groningse woord?
“Er is geen woord dat mijn favoriet is. Ik vind het leuk dat je soms een woord vindt dat precies aangeeft wat je bedoelt, maar waarvan niet precies een equivalent in het Nederlands te vinden is.”
Waarom is WoordWaark belangrijk?
“Het is belangrijk dat er een database voor het geschreven en gesproken Gronings bestaat, die voor iedereen te raadplegen is.”
Volgende week maakt u kennis met een nieuwe WoordWaarker. Wilt u ook mee WoordWaarken? Stuur ons hier een bericht.