Foto Jan Glas

Aan e maarkt

As uut onze grond geboren: grof
en groot, venienig en fien, kerels
as bomen op drift uut singels
ontworteld veur dag en dauw

Ien heur kamp waait et stof deurtrokken
van stront en streken. Bij stoksloagen
en handjeklap klinkt eelt op eelt
woar woorden achterwege blieven

De stried: tot et licht op koeieruggen dwarrelt.

As nachtdieren duken ze ien duustere
ruumtes, drinken aan lange toavels,
taxeren et vraauwenvleis, keuren en bieden
delen et verschil, van geil de druppen aan e kin.

Ien buten aan e maarkt wacht er vee
as willeg as de vraauwen tot ze kommen:
de stofjashelden, stokkendroagers.

Melle Hijlkema

(uut: Roet, Winter 2020-2021, 42e joargang)

Melle Hijlkema (Trimunt, 1962) schrijft in het Westerkwartiers. Hij bracht zijn jeugd door op een boerderij in Trimunt als jongste van een gezin met tien kinderen. Na de HAVO werkte hij drie jaar op de boerderij, aansluitend twintig jaar in de bouw, uiteindelijk is hij omgeschoold tot milieu-inspecteur.

Vanaf 2001 publiceert Hijlkema in het tijdschrift Krödde. In 2002 won hij met het verhaal Vogeldoodde eerste prijs in de Westerkwartierder schrijfwedstrijd. In 2004 was hij een van de auteurs van Swaalfies rond Auwert, een fictieve briefwisseling tussen een kloosterlinge, die rond 1442 in Aduart verblijft, en monniken uit Stad en Ommeland. In 2005 werd zijn verhalenbundel Vogeldooduitgegeven. In 2011 verscheen zijn dichtbundel Liekover.

Op de vraag waarom hij schrijft zegt Hijlkema in een interview in Krödde nr 121/2012: ‘Omdat ik et kin. Noadat ik uut et waark roakte ontston de behoefte om dingen te moaken, om een ienspanning òf te meten aan e haand van een blievend resultoat. Dat et schrieven worden is, is gien toeval, dat lag altied al dichtbij. Ik las alles wat lös en vast zat en heb van jongs òf zulf ok dingen op pepier zet.'[JG] Lees verder >>