Are Meijer, Foto Jan Glas

Wies

Alles wat mooi is
mos zo blievm
niet aantast deur weer en wiend
niet stukmoakt
niet vervörmd deur ollerdom

En wat niet mooi is
mos overdoan
niet keerd deur luiheid en leugen
niet votgooid uut onverschillegheid
niet ofkamd deur gloazen ogen

kiek goed en wies mor aan
niet baang wezen veur wat komt
niet schrikken van wat beschoadegd is
niet griemen met verwiet

Are Meijer
(uit: Roet, winter 2020 – 2021 | 42e jaorgang)

Are Meijer (Grijpskerk, 1958) woont in Amsterdam. Hij schrijft proza, poëzie en liedteksten in het Westerkwartiers, Nederlands en Engels. Hij publiceerde drie dichtbundels en werk van hem is opgenomen in een aantal bloemlezingen. In de kantine van voetbalvereniging Grijpskerk hangen drie gedichten van zijn hand. Enkele van zijn liedteksten worden uitgevoerd door Geert Zijlstra en Piet Buist. Meijer kreeg in 2016 de Freudenthal-Preis voor nieuwe Nedersaksische literatuur. In 2022 ontvangt hij opnieuw de Freudenthal-Preis voor zijn Westerkwartierder gedichtencyclus Onweer. In 2025 is Are Meijer met zijn Groningstalige verhaal ‘Sop’ de winnaar van de Pervinzioale Schriefwedstried in de categorie Proza. Op Meijer’s website staat een willekeurige keuze uit zijn werk.