Tekst: Merel Lobo
Promovenda Hedwig Sekeres (26) is in november begonnen aan haar promotietraject aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar ze zich de komende vier jaar verdiept in het Gronings. Ondanks dat ze uit Drenthe komt, is Hedwig geen vreemde voor het Gronings: al sinds 2019 is ze betrokken bij CGTC, en bestudeert ze de streektaal aan de universiteit. Hier lees je alles over haar nieuwe onderzoek.
Vertel! Wat doe je voor onderzoek?
Ik kijk naar de huidige staat van het Gronings aan de hand van een aantal klankveranderingen. Denk bijvoorbeeld aan de verandering van per-cies naar pre-cies: steeds meer Groningers zeggen de r gelijk na de p, zoals in het Nederlands. In de jaren 80 zijn die veranderingen al door Siemon Reker (voormalig hoogleraar Gronings, red.) vastgesteld. Ik ben benieuwd hoe het met verschillende Groningse varianten zit, want soms is in het Westerkwartiers iets heel anders gaande dan in het Hogelandsters, en ook naar welke factoren bijdragen aan de verandering van taal.
Hoe onderzoek je zoiets?
Ik ga vier verschillende studies doen, allemaal met een andere methode. De eerste studie die ik ga doen is heel akoestisch, dat betekent dat ik frequentiegolven van gesproken Gronings bekijk. Hiervoor ga ik in de provincie mensen van verschillende leeftijden en uit verschillende taalgebieden opnemen. Hoe verhouden veranderingen in het Westerkwartiers en het Hogelandsters zich bijvoorbeeld tot elkaar?
In mijn tweede studie laat ik mensen geluidsfragmenten beluisteren: hoe beoordelen zij verschillende varianten, en nieuwe of oude klanken? Wat voor associaties roepen deze op? Dat zegt dan iets over wat ze van hun eigen en andere dialecten van het Gronings vinden, en hoe goed ze die herkennen. Daarna ga ik bij een Groningstalige amateurtoneelgroep een tijdje meelopen, en opnames maken bij de repetities. Hierbij wil ik kijken hoe ze zich tot het Gronings verhouden in die repetities: verbeteren ze elkaar veel? Gebruiken ze allemaal hun eigen variant, doen ze hun best om zo “standaard” mogelijk Gronings te spreken?
De laatste wordt tenslotte een corpusstudie, waarvoor ik in WoordWaark onderzoek of deze klankveranderingen ook in spelling te zien zijn. Spellen mensen woorden zoals ze klinken, en verandert hoe ze klinken in de loop van de tijd? Dit zegt ook iets over de houding naar de taal: vinden ze bepaalde klanken correct genoeg om uit te schrijven?
Wat is er nieuw aan je onderzoek?
Op het gebied van Groningse klankverandering is er weinig recent onderzoek: de laatste data die we hebben komen uit de jaren 80. Er zijn wel veel studies naar Nedersaksisch in het algemeen, maar zo specifiek vier studies die zo verschillen in methode over één variant van het Nedersaksisch – het Gronings – is best vernieuwend. Mensen gebruiken vaker één methode en worden daar expert in; ik gebruik meerdere methodes, maar pas alles toe op het Gronings.
Ook is er weinig onderzoek over hoe theater gebruikt wordt om regionale identiteit te uiten. Streektalen in Nederland worden minder en minder in dagelijkse omgang gebruikt, maar je ziet wel dat er veel muziek en theater wordt gemaakt in het Gronings. Dus mensen gebruiken die taal wel in culturele uitingen, maar minder van dag tot dag. Dat vind ik superinteressant!
Waarom Gronings?
Haha ja, als Drent krijg ik die vraag vaker! Mijn moeder heeft een dappere poging gedaan ons met dialect kennis te laten maken. Ze probeerde ons wel eens voor te lezen in het Drents maar dat vonden wij maar gek. Nu denk ik: wat jammer! Ik voel me echt een noorderling, meer noorderling dan Nederlander, en ik vind het jammer dat ik dat niet door taal kan uiten.
Ik heb daarom in mijn studietijd een cursus Gronings gedaan, en ik vind het gewoon heel erg mooi! Gronings heeft veel mooi taalgebruik: Zuzooien bijvoorbeeld, dat betekent heen en weer wiegen. Een tijd geleden had ik Jan Siebo Uffen geïnterviewd, en die had het in een gedicht over een evertaske, wat dan een hagedis is, dat vind ik erg mooi klinken. Zo’n woordenschat wil ik ook wel, met allemaal oude woorden.
Wat zou je nog over Groningen willen leren?
Oeh, goeie vraag! Ik denk dat er vooral veel plekken zijn die ik nog wil zien, bijvoorbeeld in Noordoost-Groningen – Nij Stoatenziel, naar het liedje van Ede Staal. Smeerling stond al heel lang op mijn lijst maar daar was ik een paar weken geleden voor het eerst! Je hebt daar prachtige oude boerderijen, en een beekje dat in de natuurlijke staat is hersteld. Dat was erg mooi.
Ik wil vooral mijn eigen Gronings ook verbeteren, ik wil vloeiend Gronings spreken. Ik kan wel een gesprek voeren, maar zou graag een mooie grote woordenschat willen hebben. Daarnaast zou ik wel meer Groningse literatuur willen lezen: denk bijvoorbeeld aan poëzie. Saul van Messel heeft hele mooie gedichten, dat was een Joodse dichter die veel schreef over bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog in Groningen.