Lammert Voos is in 1962 in Noord-Groningen (Eenrum) geboren. In 2008 debuteerde hij bij uitgeverij De Contrabas met de dichtbundel Klaai, die zeer lovend ontvangen werd. In 2010 verscheen de dichtbundel Grensman bij dezelfde uitgever. In 2011 bracht dezelfde uitgever de prozabundel De stemmingsvreter uit, een bundeling van korte verhaaltjes en notities die eerder verschenen op zijn weblog https://voosfruit.wordpress.com.
Zomer 2011 werd hij stadsdichter van Deventer, een functie die hij tot augustus 2013 zou vervullen. In 2012 verscheen de dichtbundel Mien zinloze aanwezeghaid, in Gronings dialect. Ditmaal bij de Groningse uitgever Kleine Uil. Deze bundel kreeg zelfs van Nederlandse critici juichende recensies. In 2013 verscheen een bundeling blogs, verhalen en notities onder de titel De terugkeer van het haringorakel bij uitgeverij Liverse. In 2014 verscheen zijn eerste roman Gram bij dezelfde uitgever.
Maart 2015 verschijnt daar ook Samsara, een bundeling essays over vluchtelingen, migratie en verlangen waarover Annette Portegies, uitgeefster van Querido, zei: ‘Met veel kennis van zaken en gezag geschreven, het heeft mij de ogen geopend.’ April 2015 verschijnt de dichtbundel Rigor. Beeldend kunstenares Heleen Simons verzorgde de illustraties in deze bundel.
Voorts werkt Voos nog aan de prozabundel Bekentenissen van een Dikke Man en de roman De Obool.
Verder verscheen er werk van hem in de verzamelbundels De vier jaargetijden (2011),Woef Tjielp Knor (2009)& Hondstrouw (2010), alle drie van Rainbow Essentials/ Maarten Muntinga. Ook in Ik ben een bijl (samenstelling Erik Jan Harmens, 2009) bij Nijgh & Van Ditmar. In Verrassend Nedersaksisch (2010) Uitgeverij Kleine Uil. En in Tijd is niks. Plaats bestaat (2011) AFdH Uitgevers/Natuurmonumenten Zuid-Veluwe. Van dezelfde uitgever was in 2012 de uitgave 220Watt, A.L.Snijdersprijs 2012 waar eveneens een verhaal van Voos in opgenomen is.
