Lerus Roelofs (Odoorn 1917 – Amersfoort 1997) was jurist en dichter. Tijdens zijn middelbare schooltijd op de Rijks HBS in Ter Apel schreef hij al gedichten. De natuur is een terugkerend thema; het Groninger land in weer en wind, overgeleverd aan de grillen van de nacht. In de seizoenen en natuurkrachten zoekt de dichter naar antwoorden over leven en dood. Hierin zijn er overeenkomsten met dichters als Jelte Dijkstra en D.S. Hovinga, met laatstgenoemde heeft Roelofs poëzie bovendien een zekere mystieke of religieuze inslag gemeen. ‘Dij behoufte om volledig mens te wezen, om joe oet te leven ien n vrije gedachtenwereld, dat is de spil van Lerus Roelofs dichterschop’, schrijft Jan Boer in het Nieuwsblad van het Noorden in 1971 en ‘Op zuik noar aiweghaidsweerden, zol ie ’t nuimen kennen, op zuik noar het blievende, ’t supermenseleke, dat wat aaltied west het en nooit vergoan ken. En dat vanoet n wereld, dij ons doaglieks benauwt, nait vanoet godsdainstege dogma’s.’ H. Entjes, hoogleraar Nedersaksisch, zegt in een bespreking over het werk van Roelofs: ‘Zijn ontroeringen omvatten de mens in ruimere zin, staande in zijn tijd, maar onder de dwang en de doem van het eeuwige.’
In 1957 debuteerde Roelofs met de dichtbundel ‘Störmlicht’. In totaal verschenen zeven bundels, waarvan enkele verlucht met lino’s van Jan Beins die hij onmoette op de middelbare school. Roelofs maakte enige tijd deel uit van de redactie van Dörp en Stad. [JG]
Zelfstandige publicaties
1957 Störmlicht (Van Gorcum & Comp.)
1960 De keersvlam (Van Gorcum & Comp.)
1967 Tussen tied en altied (Uitgeverij J. Niemeijer)
1973 Van nijs (Uitgeverij J. Niemeijer)
1978 Tegen mörntied (Uitgeverij Holmsterland)
1987 Votvoaren (Actief)
1991 Nait wied weg (Servo)
Het gedicht ‘Scheepsjoagers’ is op muziek gezet door muziekgroep Törf en staat op de LP ’t Wordt aans’ uit 1980.
Bronnen: Nieuwe Groninger Encyclopedie (Regio-profiel Uitgevers, 1999). Nieuwsblad van het Noorden 12-02-1971. Voorwoord bundel Van nijs van Lerus Roelofs (Uitgeverij J. Niemeijer)