Anneke Gankema. Foto: David Vroom

Als ‘echte klaaikloet’ vindt Anneke Gankema het erg belangrijk dat het Gronings bewaard blijft voor de toekomst en de volgende generatie. Dus toen ze op zoek was naar vrijwilligerswerk en een vacature bij WoordWaark (een online databank van het Gronings) zag, sloeg ze twee vliegen in een klap. Zij zorgt ervoor dat de data die afkomstig is uit interviews die in de jaren ’90 zijn gedaan klaar wordt gemaakt voor de website.

Door Hedwig Sekeres

Daarvoor krijgt Anneke Excel bestanden met rijen woorden aangeleverd, waarbij zij zorgt dat het er allemaal netjes uit komt te zien: onnodige punten, komma’s en soms zelfs hele verhalen worden eruit gefilterd. Nu de woorden na een jaar klaar zijn gaat ze over op de zinnen, maar wel op een wat rustiger tempo.

Aingoal
Als ze zelf een woord aan WoordWaark zou bijdragen, zou dat ‘aingoal’ (steeds maar door) zijn. Het Gronings geeft haar een gevoel van thuis en vroeger. Ze merkt dan ook dat ze wanneer ze in haar geboorteplaats Uithuizen komt meteen overgaat op het Gronings. In Stad wordt meestal Nederlands gesproken, maar in Uithuizen kan ze altijd terecht met de taal die voor haar eigen voelt. Hoewel er in de stad ook Gronings gesproken wordt, is dat volgens Anneke toch niet hetzelfde als het Gronings van de dorpen. In de stad is het meer gecultiveerd en wordt het vooral in de culturele sector gebruikt, bijvoorbeeld voor theater of poëzie. Ook wanneer ze heel blij of heel boos is gaat ze automatisch over op het Gronings, omdat dat toch dichterbij ligt dan het Nederlands.

Overgangsfase
Of het Gronings echt nog zo wordt als het vroeger was betwijfelt Anneke. Ze ziet een taak voor het onderwijs door bijvoorbeeld boekjes met de kinderen te lezen in het Gronings, maar als ouders geen Gronings meer met hun kinderen praten gaat er toch wat verloren. Wel hoopt ze dat we op dit moment in een overgangsfase zitten, omdat er steeds meer mensen opnieuw geïnteresseerd raken in de taal. Dat is dan ook de reden dat ze het zo belangrijk vindt om mee te werken aan de documentatie van de taal in WoordWaark: “Je kunt niet in de toekomst kijken, maar je moet je er wel op voorbereiden”.

Mengelmoes
Zelf spreekt Anneke een mengelmoes van verschillende varianten van het Gronings. Omdat ze er is opgegroeid spreekt ze vooral het Gronings van het Hogeland, maar omdat één ouder uit de Veenkoloniën en de ander uit het Westerkwartier kwam, zitten er ook elementen van die varianten in. Hoewel een vriendin van haar ook uit Uithuizen komt, klinkt zij toch heel anders omdat haar ouders uit dezelfde streek komen. Van alle varianten vindt Anneke het Hogelandsters het mooist, maar het Westerkwartiers het liefst.

En juist deze variatie is wat het werken aan WoordWaark voor haar vaak zo leuk maakt. Tijdens het corrigeren zit ze soms te schudden van het lachen achter de computer. Sommige mensen schrijven hele verhalen op om zo precies mogelijk uit te drukken hoe ze een woord uitspreken. Anneke is erg tevreden met de moeite die er door zo veel mensen gedaan wordt om het Gronings weer op de kaart te zetten.