Het Nedersaksisch is een erkende regionale taal, die van Groningen tot de Achterhoek en van Urk tot diep in Duitsland gesproken wordt. Toch krijgt het Nedersaksisch in het onderwijs nog weinig aandacht. Wat mag er allemaal, juridisch gezien? Welke leermiddelen zijn er? En wat is ons doel eigenlijk, met streektaalonderwijs? Dit en meer stond centraal op de eerste studiedag van Levende Talen Nedersaksisch, de docentenvereniging voor streektaalonderwijs in het Nedersaksisch.
Nedersaksisch in de onderwijswetgeving
Willemijn Zwart, voorzitter van Levende Talen Nedersaksisch trapt de dag af met een introductie van de wettelijke mogelijkheden. De huidige Nederlandse onderwijswetgeving staat al sinds jaar en dag toe dat er op basisscholen les in het Nedersaksisch gegeven wordt. Havo- en vwo-scholen kunnen er zelfs voor kiezen Nedersaksisch als vak op te nemen in de vrije ruimte. Toch gebeurt dit zelden tot nooit. Het Nedersaksisch convenant dat vorig jaar getekend is, wordt ook wel gezien als oude wijn in nieuwe zakken. Maar, zo zegt Zwart: “We zijn er zelf ook niet voldoende in geslaagd die oude wijn eerder aantrekkelijk uit te serveren. Als we Nedersaksisch een plek willen geven in ons onderwijs, zullen we zelf stappen richting een gezamenlijk curriculum moeten zetten.”
Nedersaksisch curriculum
De populairste deelsessie van de studiedag Nedersaksisch ging dan ook daarover: 22 deelnemers gingen onder leiding van Hendrik Jan Bökkers (bekend als rocker, maar pabo-opgeleid en ervaren in curriculumontwikkeling) in gesprek over de mogelijke inhouden van zo’n gezamenlijk curriculum, met als startpunt: wat is het doel van Nedersaksisch onderwijs? Verschillende visies passeerden in dit gesprek: van Nedersaksisch als tweede taal aanbieden als voorwaarde om de taal levend te houden tot attitudeonderwijs om leerlingen een positievere houding ten opzichte van meertaligheid in het algemeen en deze oude taal in het bijzonder bij te brengen.
Een gezamenlijke spelling?
Martin ter Denge, gespecialiseerd in de verschillende spellingsystemen, gaf een stoomcursus spellen, die vanaf het Oudsaksisch via de spelling van het Nedersaksisch in de Hanzetijd en conservatieve spelling van het Engels uitkwam bij een voorstel voor een grensoverschrijdende spelling van het Nedersaksisch en Platduits: de Nieuwsaksische Schrijfwijze (in het plat: Nysassiske Skryvwyse). Wie, wiej, wi-j en w’j wordt daarin allemaal als wy gespeld, maar op eigen wijze uitgesproken.
Het goede voorbeeld
Naast de discussies over doel en spelling van onderwijs in het Nedersaksisch, was er ook volop ruimte voor goede voorbeelden van onderwijs in het Nedersaksisch. Martijn Bartelds van de RUG en het Centrum voor Groninger Taal & Cultuur presenteerde het project Van Old noar Jong, waarin kinderen via een app leren van de taal van oudere generaties. Martijje Lubbers en Jan Kruimink van de NHL-Stenden pabo in Emmen lieten zien hoe je kinderen (en leraren!) aan het zingen krijgt en zo gelijk de drempel verlaagt om Nedersaksisch te spreken. En bij de leermiddelenmarkt tijdens de lunch toonden onder andere het Huus van de Taol, de IJsselacademie, het Erfgoedcentrum Achterhoeks en Liemers, het Vriezenveense Historisch museum en een studente van de Katholieke Pabo Zwolle het lesmateriaal dat zij voor de streektaal ontwikkeld hebben.
Vervolgstappen
Op basis van de input in deze studiedag richt Levende Talen Nedersaksisch een curriculumwerkgroep op, met als streven binnen een jaar tot een heldere visie op de inhoud van het vak Nedersaksisch op school te komen. Leraren uit het basis- en voortgezet onderwijs zijn van harte welkom zich als lid van de vereniging Levende Talen Nedersaksisch aan te melden en deel te nemen aan deze werkgroep. Ook wordt dit jaar een begin gemaakt met het verzamelen en inventariseren van bestaand lesmateriaal. Meedoen of materiaal aanleveren? Dat kan via nedersaksisch@levendetalen.nl.