Foto: Raoul Buurke / CGTC wetenschap

Ooit gehoord van het Groningse woord platjelopen? Betekent dat a) schaatsen of b) spijbelen? Bij het gloednieuwe bordspel Streektaalstrijd beantwoord je tal van dit soort vragen. Hoe meer vragen je goed hebt, hoe groter de kans dat jij jouw streektaal over heel Nederland en Vlaanderen verspreidt. Het antwoord op de bovenste vraag vind je aan het einde van dit artikel.

Door: Sisi van Halsema / CGTC wetenschap

Het spel werd ontwikkeld door taalwetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen: Raoul Buurke, Hedwig Sekeres, Lourens Visser en hoogleraar Martijn Wieling. De afgelopen twee jaar hielden zij zich naast hun andere werkzaamheden bezig met het verwezenlijken van het bordspel. Dit deden ze met subsidie van het KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen).

Vooroordelen wegnemen
Taalwetenschapper Raoul Buurke vertelt over het doel van het spel: ‘we hopen dat mensen op een speelse manier kunnen leren over taalwetenschap en de variatie aan streektalen in Nederland en Vlaanderen. Maar met het spel willen we ook vooroordelen wegnemen over mensen die streektalen spreken. Mensen denken vaak dat streektaalsprekers bot of onintelligent zijn. Terwijl dat helemaal niks met het spreken van een streektaal te maken heeft.’

Het bordspel bestaat uit een geografische kaart van Nederland en Vlaanderen, verdeeld in zeven gekleurde vlakken. Elke kleur staat voor een streektaal die vandaag de dag nog steeds gesproken wordt: Fries, Nedersaksisch, Hollands, Zeeuws, Limburgs, West- en Oost-Vlaams en Brabants. Je speelt het spel met twee tot zeven spelers en elke speler vertegenwoordigt een taalgebied.

Wil je het gebied van je tegenspeler veroveren? Dan trek je één van de vijfhonderd kaartjes. Daarop staan vragen en opdrachten, bijvoorbeeld: ‘noem om de beurt een spreekwoord.’ Of: ‘schat hoeveel sprekers van het Limburgs er zijn.’ Wie het juiste antwoord weet, verovert het gebied van de ander.

Tijdens het spelen leer je allerlei bijzondere woorden uit de verschillende streektalen, zoals platjelopen dus. Ook kom je meer te weten over de grote variatie binnen taalgebieden, want alleen al binnen het Nedersaksisch zijn er legio variaties, denk aan Gronings, Drents, Twents en Veluws. En ook die varianten kennen weer subvarianten.

Hotemetoot
Je kunt ook geluidsfragmenten luisteren via de bijbehorende website, waarbij je moet raden uit welk spraakgebied het fragment komt. Zo leer je ook wat over de uitspraak. En daarnaast doe je kennis op over taalkunde in het algemeen, bijvoorbeeld over het Indo-Europees, de taalfamilie waar alle zeven taalgebieden onder vallen, of over de oorsprong van het woord hotemetoot.

De taalwetenschappers van de RUG onderzoeken vooral Nedersaksische talen. Daarom werkten ze voor de ontwikkeling van het bordspel samen met wetenschappers uit heel Nederland en Vlaanderen. ‘Maar we hebben ook sprekers van de verschillende talen erbij betrokken’, vertelt Raoul. Die hebben bijvoorbeeld leuke woorden uit hun streektaal ingebracht.

LOT Populariseringsprijs
Streektaalstrijd is gelijk een groot succes. Het spel is genomineerd voor de LOT Populariseringsprijs, die elk jaar wordt uitgereikt aan een project dat taalkunde voor een breed publiek bereikbaar maakt. De bekendmaking is op De Grote Taaldag (vrijdag 2 februari 2024).

De eerste lichting is al uitverkocht. Het spel is in februari beschikbaar door heel Nederland, maar de oplage is beperkt. Kun je niet wachten om te spelen? Schrijf je dan via deze website in, zodat je het als eerste weet als het spel in de winkels ligt.

En voor wie nog graag wil weten wat platjelopen betekent: het goede antwoord is b) spijbelen! Zo leer je nog eens wat.