Sien Jensema  (Stedum 1896 – Garderen 1994) afgesloten vanaf 1927 een handvol gedichten in  Maandblad Groningen , maar verdiepte zich daarna uitsluitend toe op proza. Eerst korte verhalen, later ook romans. In 1939 verscheen de novelle  Berend Kopstubber , gevolgd door  Hidde Betuun  (1952), nadat ze de Culturele Prijs van de Provincie Groningen ontving. Beide boeken waren in de vorm van vervolgverhalen ontstaan. In 1966 verscheen  Oelenspaigel in Stad en Ommelanden , gevolgd door  Aalbert  in 1971. In 1984 werd  Ruth  gepubliceeerd, een vrije bewerking van het gelijknamige bijbelboek, het bezorgde haar de  Literaire Prijs van Stichting ‘t Grunneger Bouk. In 1989 werden 37 korte verhalen uitgegeven onder de titel  Oet ‘t land van de olle wieren . De in 1941 verschenen Nederlandstalige roman  Edema’s roman van het Groninger Hogeland , verscheen in 2011 als  Edemoa’s, roman van t Hogelaand , in een Groningse vertaling door Kees Reinders en Fré Schreiber.

Na de oorlog voorbij Jensema samen met Jan Boer de redactie van het vernieuwde ‘letterkundig tijdschrift’  Maandblad Groningen . Na twee jaargangen (1947-1948) hield het tijdschrift op te bestaan.

Het prozawerk van Jensema wordt door PJ van Leeuwen in  Geschiedenis van de Groninger Literatuur  van meerdere genoemde kwaliteit. Ook Jan Boer, in zijn voorwoord door  Berend Kostubber , enkel lovende woorden voor de schrijfster: ‘Nait omdat Sien Jensema ‘n vrau is. Wie hemmen wel meer proatsters en schriefsters had, dei ‘t gezellig of mooi zeggen konnen. Moar zai kwammen heur toch nait aan hakken. En verschaiden manluu allerdeegs zain tegen heur op! Duur ‘k beste woord hemmen. (…) Zai het schillerd mit woorden, zeg wie den. Zai ken wat, meer als ‘n aner, en doarom is deze kunst.’

In  Taal en Tongval , Jaargang 4, 1952, schrijft PJ Meertens over Jensema’s roman  Hidde Betuun : ‘Sien Jensema, die met haar Berend Kopstubber indertijd al naam heeft gemaakt, bewijst in dit nieuwe boek opnieuw dat zij tot de beste Groninger dialectschrijvers erbij horen.’ Lees online verder…

In  Twee eeuwen Gronings  omschrijft Hanny Diemer het talent van Sien Jensema als volgt: ‘Jensema heeft een groot oeuvre nagelaten, niet in kwantitatieve zin – ze zijn slechts vier romans – maar juist de hoge kwaliteit van haar werk is opvallend. Met grote zorgvuldigheid en weldoordacht schreef zij haar teksten.’ [JG]

Biografie in boekvorm
In april 2023 verscheen de biografie over Sien Jensema “Juvver Sien”. Sien Jensema (Stedum 1896 – Garderen 1994) genoot grote regionale bekendheid door haar in de streektaal geschreven gedichten, verhalen en romans. Ook organiseerde zij vele kunsttentoonstellingen op boerderij Niehof in Stedum. Zij onderhield onder meer nauwe contacten met de kunstenaars van De Ploeg. Zo heeft haar novelle Berend Kopstubber een prachtig omslagontwerp van Jan Altink. Zij publiceerde vanaf 1927 gedichten in Maandblad Groningen, maar legde zich daarna vooral toe op proza. Na de oorlog voerde Jensema samen met Jan Boer de redactie van het vernieuwde ‘letterkundig tijdschrift’ Maandblad Groningen. In 1952 won ze de Culturele Prijs van de provincie Groningen voor haar roman Hidde Betuun. In 1984 werd Ruth gepubliceerd, een vrije bewerking van het gelijknamige Bijbelboek, het bezorgde haar de Literaire Prijs van Stichting t Grunneger Bouk.

Lit: PJ van Leeuwen,  Geschiedenis van de Groninger Literatuur  (Actief, 1984) H. Diemer en J. Loer,  Twee eeuwen Gronings, n golden toal  (In Boekvorm 2005)  Taal en Tongval , Jaargang 4, 1952.  www.dbnl.org .

Berend Kopstubber  is  HIER  te lezen en te downloaden, samen met meer informatie over de schrijfster.