De UKrant van de Rijksuniversiteit Groningen besteedt aandacht aan het CGTC onderwijsproject Van Old noar Jong, gecoördineerd door bijzonder hoogleraar Nedersaksische en Groningse Taal en Cultuur Martijn Wieling.

‘Enig idee wat een kopstubber is? Of waar je bragel kunt vinden? Niet waarschijnlijk. Zelfs als je Gronings bent – want dit zijn Groningse woorden – is de kans groot dat je ze niet meer geleerd hebt van je ouders. Die zijn immers opgevoed met de gedachte dat een dialect of spreektaal plat is en een beetje minderwaardig is. Het gevolg? Steeds minder kinderen spreken nog de taal van hun grootouders.

Jammer, vinden de inwoners van de Groningse dorpjes Zandeweer, Eppenhuizen en Doodstil. Jammer, vindt ook taalkundige en bijzonder hoogleraar Nedersaksische en Groningse Taal en Cultuur Martijn Wieling. ‘Ik bestudeer liever een levende taal dan een dode.’

Maar misschien komt daar nu verandering in. Samen met de mensen van Dorpsbelangen van de drie dorpen verzonnen Wieling en collega Goffe Jensma van het Centrum Groninger Taal en Cultuur een app die kinderen kennis laat maken met het Gronings.’

Lees hier het volledige artikel en interview met Martijn Wieling en bekijk het filmpje.