Willem (Wim) Faber (Zutphen 1927 – Groningen 2006 ) was architect. Hij was groeide op in de stad Groningen. Via zijn vader, de kunstschilder Johan Faber, kwam hij in contact met leden van kunstvereniging De Ploeg. Het contact met de schrijver Jan Boer en diens verhalen en gedichten stimuleerde Faber om in de Hogelandster variant van het Gronings te gaan schrijven. Hij publiceerde in Krödde, Toal en Taiken en het Oost-Friese tijdschrift Diesel. Naast reguliere uitgaven verschenen talrijke bundels in eigen beheer, door de auteur eigenhandig gedrukt, geïllustreerd en gebonden. In de bundel Sint Maarten – Suntermeerten (1989) verzamelde Faber 150 liedjes. Hij vertaalde eigen werk naar het Oost-Fries en werk van Oost-Friese en Nederlandse schrijvers naar het Gronings. Voor de Grunneger Daansers schreef en componeerde hij het zang- en dansspel Enter over Twenter.
Van 1960 tot 1980 deed Faber freelance-werk bij de RONO, als verslaggever, presentator en als schrijver van hoorspelen, liedjes, gedichten en verhalen voor kinderen. Hij was van 1981 tot 1999 bestuurslid van Stichting ’t Grunneger Bouk, naast redactielid was hij illustrator van Toal en Taiken. Voor zijn inzet en vele verdiensten op het gebied van de Groninger cultuur ontving Faber de K. ter Laanprijs 1988.
Zelfstandige publicaties (een keuze)
1980 Maank Spouken en Spenelboardjes (Niemeijer)
1980 De nijmoodse Jonker van Allershaim (Stichting ’t Grunneger Bouk)
1981 Jochem Oap / Jochem Aap (Niemeijer)
1984 Heem (met Jan Kooistra)
1989 Sint Maarten – Suntermeerten (Profiel)
1989 Berend Boksemrek (Begunstigersgeschenk Stichting ’t Grunneger Bouk)
Lit.: H. Diemer en J. Loer, Twee eeuwen Gronings, n golden toal (In Boekvorm 2005). Nieuwe Groninger Encyclopedie (Regio-Projekt Uitgevers 1999).