Op 18 september bezoeken de meeste Groningse burgemeesters een basisschool in hun gemeente. Zij lezen de leerlingen dan voor uit het Groningstalig prentenboek Dansmoes, geschreven door auteur Harm de Jonge. Daarmee openen zij dit jaar Oktober Kindermaand.
Traditie
Het is al jaren traditie dat de burgemeesters het figuurlijke startschot geven voor Oktober Kindermaand. Oktober is de maand waarin er heel veel creatieve en spannende activiteiten zijn voor kinderen tussen de 4 en 12 jaar. Op een laagdrempelige manier maken zij kennis met culturele instellingen in de provincie. Op alle zaterdagen en zondagen in oktober worden er verschillende speciale activiteiten aangeboden. Aan Oktober Kindermaand doet weer een keur aan instellingen mee. Het programma is vanaf 18 september te raadplegen via www.kindermaand.nl.
Veurlezen oet Dansmoes
Dit jaar lezen de burgemeesters aan leerlingen van groep 7 voor uit Dansmoes, een Groningstalige prentenboek over een muisje dat bang is voor de Nacht. Haar vriendjes in het Ruige Bos helpen Dansmoes haar angst voor de Nacht te overwinnen. Het boek is geschreven door Harm de Jonge. In tegenstelling tot andere gemeenten leest in de gemeente Westerkwartier niet de burgemeester voor maar de schrijver van Dansmoes, Harm de Jonge. Hij maakt zijn opwachting bij basisschool De Stapsteen in Leek.
Stickerkaarten
Ook dit jaar worden er onder alle basisscholen in de provincie speciale stickerkaarten uitgedeeld. Door deel te nemen aan activiteiten kunnen kinderen stickers verdienen, bij de derde sticker krijgen ze een prijsje.
Behalve voor de burgemeesters is Oktober Kindermaand inmiddels ook voor scholen en culturele instellingen een begrip geworden. Nieuwe instellingen hebben zich ook dit jaar aangemeld voor deelname. Voor culturele instellingen als musea bijvoorbeeld, die vaak door vrijwilligers worden geleid, is het evenement een prachtige middel om aan educatie te doen.
Het evenement wordt in Groningen georganiseerd door Erfgoedpartners en Centrum Groninger Taal & Cultuur. Organisatie is mede mogelijk dankzij de inzet van gemeenten, de culturele instellingen en de scholen.