Door Hedwig Sekeres
Jan Siebo Uffen is één van Groningens meest productieve schrijvers en heeft in zijn carrière veel betekend voor de Groningstalige literatuur. Ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag publiceerde CGTC zijn ‘Vrundenboukje’: een boekje met vijftig door hemzelf geselecteerde gedichten die veelal geïllustreerd zijn door zijn vrienden. In de aanloop naar de uitreiking van het eerste exemplaar op GRN-festival (19 november 2022) interviewden we Jan Siebo over zijn werk, zijn liefde voor het Gronings en het ‘boukje’.
Een divers oeuvre
Jan Siebo staat erom bekend dat zijn werk zeer divers is: hij schrijft onder andere gedichten, muziekvoorstellingen, liedteksten en hij maakt vertalingen. Wat betreft vertalingen of proza heeft hij een sterke voorkeur voor het sprookjesachtige, zonder daarbij in de clichés te vervallen: “t Mág pitteg wezen, en t mót orzinail wezen”, aldus Jan Siebo. De tweede vorm waar Jan Siebo gek op is, en waar hij dan ook het meest om bekend staat, is de liedtekst of het gedicht. Deze twee soorten teksten lopen bij hem dan ook vaak door elkaar heen: “k Heb teksten dij begunnen as dichtvörm, mor dat luip terop oet dat ter n refraain bie komt. Dat is stoer ast al veur ‘dichtvörm’ kozen hest, mor k bin nait benaauwd om veur n opbaauw te kaizen doar n stoapel- of ketteneffekt in zit. De aine keer riemt t, en vin k dat machteg mooi, en n aander keer mag t nait riemen en mout t ritme boudel redden”. Hoewel Jan Siebo ook veel in andere genres en tekstsoorten werkt en toneelstukken, musicals en columns heeft geschreven, staan de verhalen, liederen, gedichten en vertalingen voor hem op één – en beleeft hij daar het meeste plezier aan. De inspiratie voor zijn schrijven haalt Jan Siebo uit het anekdotische. Juist dat anekdotische vindt hij bij veel schrijvers niet geïnspireerd, omdat het vaak niet scherp genoeg is en neerkomt op “Wat mien klaaindochter nou weer veur loosachtegs zee…”. Toch geeft het hem vaak een aanzet voor verhalen, waarbij ideeën die voortkomen uit anekdotes nog een beetje bewerkt moeten worden: “Orzinaliteit is t soamenpakken van dingen dij veur de hand liggen, mor dij zelden of nooit verbonden worden. Kinst twij hail onoorspronkelke dingen hebben, mor … verbin ze en din bist ter wèl”.
Toal van vrouger
Wat vaak als eerste opvalt aan Jan Siebo’s werk, is zijn gigantische woordenschat. In elke bundel komen wel woorden voor waar de gemiddelde spreker van het Gronings nog nooit van gehoord heeft, maar die Jan Siebo zo paraat heeft. Wie kent bijvoorbeeld de woorden ‘evertaske’ (hagedis) en ‘kweer’ (zeer zoet) nog? Die woordenschat heeft hij al van jongs af aan via zijn familie meegekregen: “Mien aine opa, dat was n man dij haile gedichten van Geert Teis oet de kop kon. Aander opa was n grote fantast dij Jonas in de Walvis mìngde mit Pinoccio en dat weer mit Baron von Münchhausen. En as e kans zag, wer t ook nog n ik-verhoal”. Maar de echte prikkel om te gaan schrijven in het Gronings ging uit van zijn moeder. Zij moest al jong van school af en had weinig formele opleiding, echter wel de grootste woordenschat van de hele familie. Als jongetje werd hij door haar voorgelezen uit de columns van Simon van Wattum, wat op hem een diepe indruk maakte: “k Docht, as moe dat zo mooi vindt, mout ik dat ook kinnen”.
Gronings of Nederlands
Tot zijn zesde sprak Jan Siebo eigenlijk geen Nederlands – thuis werd er immers alleen Gronings gesproken. Toch ging de overgang naar het Nederlands hem vanwege zijn taalgevoel goed af, en schreef hij al snel versjes voor klasgenoten en meesters. Als dertienjarige schreef hij een Nederlandstalig opstel waarin de dialoog juist Groningstalig was. De docent vond het briljant, en dat gaf Jan Siebo het gevoel, “Verduveld, zo kin t ook!”. Later begon hij aan de universitaire opleiding tot docent Nederlands, maar ook daar kon hij zijn Groningse taal kwijt bij onder andere hoogleraar Nederlandse Taalkunde Albert Sassen en Hendrik Entjes van het Nedersaksisch Instituut. Hoewel hij het Gronings als net zo’n literaire taal als het Nederlands beschouwt, ziet Jan Siebo toch verschillen tussen beide: “De zintugelke indrukken, doar kinst ales bie vinden in t Grunnegs. t Nederlands is juust opener as t abstracties betreft. Vanzulf red ik mie doaroet: as k t Nederlandse woord toch neudeg heb, ‘vergrunneg’ ik t in vörm; of ik neem t over”. Toch is hij geen purist – met het gebruik van leenwoorden als ‘pixel’ of ‘computer’ heeft Jan Siebo geen enkel probleem. Die losse kijk op taal heeft ook gezorgd dat hij in zijn latere loopbaan als docent aan de Pedagogische Academie altijd wel een beetje Gronings in zijn lessen kon verwerken in de vorm van versjes, korte gedichtjes en zelfs bij voorstellingen in de poppenkast. Die luchtigheid en verscheidenheid aan vormen zijn dan ook deel van Jan Siebo’s belangrijkste kenmerken: “Speulzeghaid, zowel in toal as in gedrag”.
Deurleven in literetuur
In 2012 kreeg Jan Siebo te maken met ernstige gezondheidsklachten. Op de tennisbaan viel hij neer, en moest door tennisvriendin Eef gereanimeerd. Twee dagen lang werd hij in coma gehouden en het was de vraag hoeveel schade er in de tien minuten dat zijn hart stilstond, was aangericht. Van de dag zelf heeft geen beeld meer, maar hij herinnert zich het moment waarop hij dacht dat hij wakker werd nog goed. Op de muren van zijn kamer in het ziekenhuis zag hij allemaal regenbogen; en hij beleefde een gevoel van intense rust. Sindsdien is er in hem weinig veranderd, behalve dat Jan Siebo’s ochtendhumeur als sneeuw voor de zon verdween: “k Zing as k wakker wor; mor dat binnen nait de beste laidjes. Smartlappen van niks! Rikoa [zijn vrouw] vragt soms of t ook even wat kaalmer kin”. Toch hebben zijn hartklachten hem ook aan het denken gezet. In zijn meest recente boek k Wil t blikt Jan Siebo bijvoorbeeld terug met vijftig liedteksten. Hij vraagt zich af wat hij in de komende tijd nog graag wil bereiken: “Ze maggen mie vergeten as petrèt, mor k wil deurleven in literetuur”.
t Vrundenboukje
Ook in het Vrundenboukje wordt teruggeblikt, deze keer met vijftig gedichten. Jan Siebo benadrukt zelf dat dit niet per se zijn vijftig beste, mooiste of bekendste gedichten zijn, maar de gedichten waar hij de meeste ‘oardeghaid’ aan heeft gehad. In plaats van een bundel die alleen van hemzelf is, heeft hij er een vrundenboukje van gemaakt, waarbij hij zijn vrienden heeft gevraagd om de gedichten te illustreren. Het vrundenboukje is zo een persoonlijk document geworden: “As schriever vroag k mie òf, binnen dit apmoal meesterwaarken!? Mor nee, dit binnen de dingen doar k zulf slinger aan heb. t Dut niks as mìnsen t nait nutteg vinden”. De inhoud van de bundel past goed bij Jan Siebo’s diverse oeuvre. Er zijn cryptische gedichten te vinden zoals En nou sloapen goan, dat ook opgenomen wordt in Tsead Bruinja’s bloemlezing van poëzie uit het volledige Koninkrijk der Nederlanden. Maar in de bundel vind je ook werken uit zijn studententijd, een spotdicht over lezingen bij ’t Nut en een gelegenheidsversje om iemand beterschap mee te wensen.
Nije projekten
Het vrundenboukje is vooral een terugblik op eerder werk. Maar Jan Siebo is nog lang niet klaar met schrijven. Ook nu werkt hij nog aan verschillende projekten. Zo is hij bezig met een verjaardagskalender met vertaalde teksten van Erich Kästners Dreizehn Monate, en heeft hij de laatste tijd zijn hart in een ABC-boek gestoken. Het boek bevat voor elke letter van het alfabet een tekst van een regel of zestien over Groningse zaken: ‘A is een Aalbegeer, eerst mit ales tevree, B is de Boer bie wat Baisten op stee …’ Daarbij wordt niet alleen rekening gehouden met de Nederlandse klanken, maar krijgt ook de Groningse oa-klank een eigen tekst. In één klap leren de lezers zo over de provincie en over de taal. Op Jan Siebo’s eigen, ‘smuie’ manier.
Dit interview is ook te lezen in de december-editie van het magazine Blad Noord-Groningen.
Het eerste exemplaar van het vrundenboukje werd uitgereikt tijdens het festival GRN in het Kielzog Hoogezand op 19 november 2022. Bezoekers van het festival konden een gratis vrundenboukje ophalen bij de stand van CGTC. We hebben nog enkele exemplaren van het boekje over. Geïnteresseerden kunnen het vrundenboukje van Jan Siebo Uffen, gratis (1 exemplaar per bestelling/persoon) en met vaste verzendkosten van € 5,95, bestellen via de webshop van Erfgoedpartners en CGTC.