Een interview met verhalenverteller Geert Zijlstra uit Pieterzijl

Tekst: Thea Pol

Net als in andere provincies kent Groningen verschillende regio’s die alle een eigen karakter, identiteit en ja, ook een eigen streektaalvariant hebben. Zo heb je Westerwolde in het zuidoosten, de Veenkoloniën en Kanaalstreek in het oosten, het Oldambt in centraal Groningen, het Hogeland in het noorden en het Westerkwartier in het westen van de provincie. In dit artikel staat dit westelijk deel centraal en dan vooral de streektaalvariant, die door de bewoners wordt gesproken.

In 2007 ontstond Mien Westerkwartier, een initiatief van enkele kunstenaars (muzikanten, schrijvers, dichters en dergelijke), die zich met het Westerkwartier(s) bezig hielden. Zij staken de koppen bij elkaar om iets te bedenken waardoor het streekeigene kon worden uitgedragen, zowel digitaal als ook door middel van gedichten, liedjes of verhalenvertellers. Om meer zicht te krijgen op hoe dit initiatief tot stand kwam, welke middelen worden ingezet om de streek de aandacht te geven, die het verdient, sprak ik met Geert Zijlstra (62), die al vanaf het begin nauw betrokken is bij Mien Westerkwartier.

Het Westerkwartiers
Geert is geworteld in het gebied. Hij is er opgegroeid, woont er nog steeds, heeft er zijn gezin grootgebracht, en spreekt al vanaf zijn kindertijd het Westerkwartiers. ‘Het Westerkwartiers is net even anders dan andere varianten van het Gronings’, merkt hij op. ‘In het verleden werd het door andere Groningers vaak gezien als niet-goed Gronings. Het heeft elementen in zich, die aan het Drents doen denken en kent ook invloeden vanuit het Fries en dat maakt het uniek. Ik hoor overigens meteen aan de klank uit welk dorp in de regio een spreker van het Westerkwartiers komt.’

Website
‘Al vrij snel na de oprichting van Mien Westerkwartier ontstond een website met nieuws, verhalen, gedichten en informatie over activiteiten in de streek. Ook geven we eens in de zes weken de digitale nieuwsbrief Vannijs uit, met een taalrubriek van Tonko Ufkes, een gedicht, oproepjes en dergelijke, die naar zo’n 400 adressen wordt gemaild. Daarnaast organiseren we speciale avonden en voorstellingen waarin verhalen worden verteld door leden van vertelcollectief Kom op Verhoal. Het idee van de verhalenvertellers nam Geert mee van een reis naar Ierland waar de verteltraditie nog volop leeft. Maar verhalenverteller word je niet zomaar. We hebben daarom een cursus opgezet waarbij een docent vijftien verhalenvertellers heeft opgeleid, die allen het Westerkwartiers machtig zijn. Sindsdien geven we voorstellingen, maar treedt iedere verteller ook solo op.’

Herkenbaar
Geert noemt een optreden in Museum aan de A in Groningen met een verhaal over IJje Wijkstra, die in 1929 vier veldwachters in Doezum doodschoot. Zij wilden zijn vriendin Aaltje arresteren omdat zij haar zes kinderen in de steek had gelaten. ‘De voorstelling in februari jongstleden was een groot succes’ herinnert hij zich. ‘Er waren zestig bezoekers, die diep onder de indruk waren.’ Deze verhalen werden eerder met veel succes verteld in het Barontheater in Opende en in Leeuwarden in de voormalige gevangenis Blokhuispoort waar Wijkstra gevangen heeft gezeten.

‘IJe Wiekstra’ Verhalenvertellers van Kom op Verhoal en Mien Westerkwartier. Foto: Mien Westerkwartier

De verhalen worden door de vertellers geschreven in het Westerkwartiers en staan dicht bij de mensen. Geert: ‘We sluiten met de verhalen vaak aan bij iets bestaands. Een verhaal kan bijvoorbeeld over lokaal bekende personen gaan en moeten herkenbaar zijn voor de mensen. Een plek, gebeurtenis, persoon: mensen associëren zich daarmee. De meeste verhalen duren zo’n acht à negen minuten.’ De Streekkrant is al enige tijd een vaste afnemer van de wekelijkse column. De verhalen zijn inmiddels gebundeld in twee boekjes. ‘We zijn echte netwerkers geworden’, concludeert Geert.

De vertellers schrijven hun eigen verhalen. Geert: ‘We hebben daarvoor geen cursus gevolgd maar onze teksten worden nagekeken door docent Alie de Vries iemand die door Siemon Reker (voormalig hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen-red.) opgeleid is.

Struuntocht en andere activiteiten
Eens in de vier jaar wordt in september in Lutjegast de Abel Tasman Struuntocht georganiseerd, die de wandelaars door het Westerkwartier voert. Dit jaar is op 9 september alweer de zesde editie. ‘De Abel Tasman Struuntocht is wandeltocht van 25 kilometer (dit jaar is het thema Grenzeloos, passeert de tocht de provinciegrens en doet ook Friese gemeenten aan) waarbij onderweg allerlei culturele activiteiten worden aangeboden. We proberen samen met deze organisatie altijd een leuk taalgerichte publieksactie te doen. Daarnaast maken wij met het Ommelander Media Collectief podcasts over de meest uiteenlopende onderwerpen. Dat kan bijvoorbeeld gaan over de Struuntocht of over voetbalclub de Lauwers, maar het Westerkwartiers is altijd de voertaal.’

Verhoalenverteller Hennie vertelt op basisschool de Rietstek in Kommerzijl. Foto: Mien Westerkwartier

Onderwijs
Mien Westerkwartier wil naast volwassenen ook de kinderen in contact brengen met de streektaal. En dat alles onder het motto ‘Ik proat plat, dust met!’ ‘Tot nu toe gaan we rond Wereldverteldag (wereldwijd op 20 maart) langs basisscholen om een verhaal te vertellen’ laat Geert weten. ‘Kinderen vinden dat erg leuk. We merken wel dat scholen, net als de musea, een vol programma hebben en dat het vaak gemakkelijker is om bij kleine scholen binnen te komen, waar soms ook nog wel een leerkracht is die iets met de streektaal heeft.’
Of het Westerkwartiers overleeft? Dat wordt moeilijk verwacht Geert. Nu kun je nog vooral de 45-plussers interesseren voor het streekeigene. Maar hoe is dat over twintig jaar? Dat is de vraag. De tijd zal het leren, maar voorlopig ‘Kop der veur en deurgoan met aanpitjen!’

Meer informatie over Mien Westerkwartier: www.mienwesterkwartier.nl

Dit interview is gepubliceerd in het digitale magazine Erfgoednieuws (editie maart 2023) van Erfgoedpartners en CGTC. Erfgoednieuws is HIER te lezen.