Aly Freije. Foto: David Vroom

Aly Freije (Veelerveen, 1944) schrijft poëzie en proza, zowel in het Nederlands als in het Gronings en won daarmee verschillende prijzen. Ze is docent aan de Schrijversvakschool Groningen. Als redacteur stelde ze samen met dichters Tonko Ufkes en Nina Werkman een aantal jaren verzamelbundels met poëzie en proza van Groninger schrijvers samen voor de Dag van de Grunneger Toal. Ze treedt regelmatig op, vooral in het noorden. Een gesprek met Aly over het Gronings en het Nederlands in haar teksten, over plekken en vertalen.

Door Anna Pot en Hedwig Sekeres

Het Gronings voelt voor Aly erg vertrouwd: het is de taal van haar jeugd. Toch heeft ze een lange periode geen woord Gronings gesproken. Haar oma was de laatste met wie ze Gronings sprak, en toen zij er niet meer was, stopte het Gronings ook. Haar eerste gedichten waren Nederlandstalig. Ze woonde en werkte een tijd lang in Amsterdam, maar ze miste de ruimte van het platteland en trok weer terug naar Groningen. Ook toen schreef ze vooral in het Nederlands.

Jan Glas
Het was het meedoen aan de provinciale schrijfwedstrijd, en de prijs die ze daarbij won, waardoor ze in contact kwam met dichter Jan Glas. ‘Hij was de eerste waarmee ik weer Gronings heb gepraat.’ De prijs, en het contact met Jan, waren een aanmoediging om in de streektaal te schrijven. En met succes: met haar gedichten won ze in 2008 de Freudenthalprijs, de belangrijkste literaire prijs in het Nedersaksisch taalgebied en in 2009 publiceerde ze haar eerste Groningstalige bundel Wondpoeier, bij uitgeverij de Kleine Uil.

“Voorlezen in het Gronings is mooi, uit die taal spreekt een zekere muzikaliteit.”

Vertalen
Haar gedichten ontstonden in die bundel niet altijd in het Gronings. Af en toe vertaalde ze een gedicht vanuit het Nederlands. ‘In het Nederlands heb ik meer taal tot mijn beschikking, mijn woordenschat is groter. Met het vertalen naar het Gronings brengt een gedicht soms toch een ander gevoel over. En voorlezen in het Gronings is mooi, uit die taal spreekt een zekere muzikaliteit. Deze muzikaliteit merk je bijvoorbeeld in de lange klinkers, dat maakt de taal ook erg geschikt voor de muziek. Je merkt dat er steeds meer zangers zijn die voor het Gronings kiezen.’

Plekken
Meer dan het Nederlands, is haar Gronings nogal eens gebonden aan plekken. Groninger gedichten schrijft ze ook wel in opdracht. Zo deed ze onlangs mee aan het project Dichters op de Dijk, ter gelegenheid van de dijkverhoging tussen Delfzijl en de Eemshaven. Hierbij schreef ze een gedicht voor op een bankje bij het gemaal Spijksterpompen. Het Gronings letterlijk verbonden aan een plek.

Nederlandse teksten
Toch schrijft ze haar poëzie en proza nu meestal in het Nederlands, omdat dat de taal is die ze dagelijks gebruikt en waarin ze meer kan verwoorden. Haar tweede poëziebundel Door het vanggat, kwam in 2016 uit bij uitgeverij In de Knipscheer en haar novelle De vloeivelden in kwam bij dezelfde uitgeverij uit in 2018.

Mooie kiek op de wereld
Het Gronings is voor Aly echt een doe-taal. ‘Gevoelswoorden heb je niet zoveel in het Gronings, het is juist een heel beeldende taal. Denk aan ’n pak op pense of ’n pak op pokkel, dat is veel beeldender dan het Nederlandse een pak slaag. En een beeldende taal kan een gevoel overbrengen, zonder die emotie te beschrijven. Misschien maakt dat het Gronings ook zo geschikt voor poëzie.’
Samen met een zekere nuchterheid biedt het Gronings een mooie kiek op de wereld. ‘Goede Groninger dichters leveren nogal eens commentaar op de wereld, ze zijn gevoelig voor situaties in het leven waarin er iets scheef loopt.’ Dat is, zogezegd, apart ja.